Sida acuta heeft niet echt een Nederlandse naam. Het is een taaie bloeiende plant die in Midden-Amerika en Noord-Australië voorkomt. Hij groeit op verstoorde plekken, meestal laag bij de grond, zoals in wegbermen. Na maaien of begrazen komt hij gewoon weer terug. Ook als heelplant werd “Draadkruid” op verstoorde plekken gebruikt, bij wonden bijvoorbeeld of zweertjes in de mond. Er werden ook bezems van gemaakt. Als geneeskruid kan Sida bijvoorbeeld ook darmen “leegvegen” omdat de plant biofilms kan afbreken. De stugge Sida ondersteund vooral het immuunsysteem. Het hoofdkenmerk van Sida acuta is dat het fungeert als een grote en sterke beschermer van rode bloedcellen waardoor deze in aantal vermeerderd worden. Het ondersteunt en beschermt de functie van de organen (vnl lever en milt). Het is een zéér goed adaptogeen en wordt omschreven als een ‘superieur tonicum’. Hierdoor is Sida acuta onmisbaar ter behandeling van de co-infecties bij Lyme zoals Babesia en Bartonella.
Toepassingen
● Verhoogt het glutathion-niveau in ons lichaam. Glutathion beschermt onze cellen en is de meest krachtige antioxidant die er is en speelt een zéér belangrijke rol in de bestrijding van co-ïnfecties. Glutathion is de belangrijkste, lichaamseigen stof die het lichaam inzet om gifstoffen ‘onschadelijk’ te maken.
● bevat de ‘antibacteriële’ stof ‘cryptolepine’ waardoor het anti-toxische eigenschappen’ heeft
● doorbreekt biofilms (belangrijk bij Lyme en co-infecties)
● Babesia ● Bartonella ● Bloedvergiftiging (bv.bij slangenbeten) ● bij een té lage bloedsuikerspiegel
● antibacterieel ● antimicrobieel ● antiparasitair ● antiviraal ● antioxidant ● koortswerend ● anti-kanker
● epilepsie ● leverontsteking (voorkomt leverbeschadiging) ● oogontstekingen ● huidziekten (met algemene jeuk) ● Geelzucht ● voorkomt het ontstaan van zweren, abcessen ● verkoudheden, griep, bronchitis
● nierstenen ● blaasproblemen ● hartklachten ● tonsillitis (rode, pijnlijke, opgezwollen keelamandelen)
● tegen Malaria (kan ook preventief genomen worden als men bijvoorbeeld op reis gaat naar Afrika)
● Lymfadenitis (=uitbreiding van 1 of meerdere lymfeklieren) ● gezichtsverlamming ● neurologische aandoeningen ● verhoogt de immuniteit ● infecties urinewegen ● maag-en darminfecties ● Rheuma
● Leukemie ● algemeen ontstekingswerend ● luchtwegeninfecties ● bij depressies
● als anticonceptiemiddel: voorkomt zwangerschap
Dosering en gebruik
Standaarddosering | Opbouwen naar 2 maal daags 20 druppels. |
Volgens Buhner protocol | Opbouwen naar 4 maal daags 20 tot 40 druppels. |
Of volgens de aanwijzingen van uw therapeut |
Bij voorkeur in te nemen een half uur voor de maaltijden. De dosering aanpassen volgens de behoefte.
De maximale dosering niet langer dan 60 dagen aanhouden.
Niet gebruiken als men zwanger wilt worden, tijdens zwangerschap en borstvoeding.
Opbouw: Begin de kuur altijd met een lage dosis. Hoe ernstiger de symptomen, hoe lager de startdosering. Dit is om te voorkomen dat er in één keer (door het afsterven van ziektekiemen) erg veel gifstoffen vrijkomen. Omdat er altijd gifstoffen vrij komen (ook bij lage dosering) is het advies om gedurende de kuur veel (water) te drinken en om tegelijkertijd ook ontgiftings- en uitleidingsmiddelen te gebruiken. (Zoals bv. Chlorella, Zeoliet.)